Terug Beschouw hybride werken niét als vanzelfsprekend
Beschouw hybride werken niét als vanzelfsprekend
#1JAARTELEWERK: 1 OP DE 2 THUISWERKERS VOELT ZICH UITGEPUT
De helft van de thuiswerkers voelt zich na één jaar telewerk uitgeput en ongeveer evenveel mensen melden rug- en nekklachten. Sommigen worstelen ook met angstgevoelens of stress, of ervaren een negatieve invloed van werk op privé. Deze nieuwe cijfers van externe preventiedienst Groep IDEWE tonen aan hoe belangrijk het is dat organisaties grondig stilstaan bij hoe ze de aankomende trend van ‘hybride werken’ – die betekent dat telewerk een blijver is – slim en futureproof kunnen realiseren.
Nu het einde van de coronacrisis stilaan in zicht komt, is het duidelijk dat onze economie zal evolueren naar ‘hybride werken’ – een mengvorm van op kantoor en van thuis uit werken. Cijfers van IDEWE wijzen echter uit dat dat laatste aspect tot erg veel klachten leidt. Maar liefst 3 op de 4 thuiswerkers ervaren minstens één ernstige psychosociale of fysieke klacht. De meest in het oog springende zijn uitputting (50% van de thuiswerkers heeft daar last van) en rug- en nekpijn (55%). Maar ook angstgevoelens (20%), stress (16%) en een negatieve invloed van werk op privé (15%) komen vrij vaak voor.
“De oorzaak daarvan ligt bij verschillende aspecten die met thuiswerk gepaard gaan”, zegt Lode Godderis, CEO van IDEWE. “De veel langere schermtijd bijvoorbeeld, nu al onze contacten via videocalls verlopen, maakt de werkweek mentaal erg uitputtend. En rug- en nekklachten zijn typisch voor een verkeerde zithouding in de veelal niet ergonomisch ingerichte thuiswerkplekken. Via onze online OptiDesk-tool – die alle telewerkers in staat stelde hun thuiswerkpost te beoordelen – stelden we ook vast dat 72% zijn of haar werkplek verkeerd instelt, met nekklachten tot gevolg. De lange isolatie kan dan weer angstgevoelens en stress opwekken, terwijl het wegvallen van de fysieke woon-werkafstand oorzaak nummer één is van een slechtere mentale balans op dat vlak. Dat zijn nochtans grotendeels dingen die op te lossen zijn, waardoor telewerk wél een positief verhaal kan zijn.”
HYBRIDE WERKEN, MAAR WEL DOORDACHT
Uiteraard zijn dergelijke klachten vaak het gevolg van een combinatie van factoren, maar hoe dan ook hebben deze telewerk-gerelateerde zaken in 2020 duidelijk een grote impact gehad op ons welzijn. Om die reden pleit IDEWE ervoor hybride werken niet als vanzelfsprekend te beschouwen en vooral niet one-size-fits-all toe te passen. In de vele contacten met werkgevers merkt IDEWE nu al dat velen zich zorgen maken over hoe ze terug naar een nieuw normaal kunnen evolueren.
Lode Godderis: “We zijn absoluut voorstander van hybride werken. Alleen kunnen we niet naast de enorme psychosociale en fysieke impact van een jaar telewerk kijken. De Belgische werkgevers en werknemers hebben enorme inspanningen geleverd om de boel draaiende te houden en velen zitten op hun tandvlees. En dus is het enorm belangrijk dat werkgevers het hybride werken vooral slím aanpakken. Daarom verkies ik zelf de termen ‘activity-based’ en ‘human-based’ working – hybride werken vanuit een doordachte visie, met aandacht voor ieders welzijn. Nu telewerk een langetermijnrealiteit wordt, zijn punten als de inrichting van de thuiswerkplek en de juiste professionele en menselijke omgang met de telewerker belangrijker dan ooit.”
TERUG NAAR KANTOOR: NOT BUSINESS AS USUAL
Naast de impact van het telewerken is ook de terugkeer naar kantoor een gevoelig punt. “Werkgevers mogen er niet zomaar van uitgaan dat hybride werken op dat vlak meteen terug business as usual wordt. Na zo’n ingrijpende pandemie denken dat alle werknemers zomaar terug naar kantoor wíllen komen, is niet realistisch. En van de werknemers die dat willen, mogen we niet verwachten dat ze na een jaar telewerk meteen terug op kantoor kúnnen functioneren zoals vroeger. Enkel wie nu al voorbereidingen treft voor een toekomstbestendige post-coronaworkplace, garandeert maximaal het welzijn van zijn medewerkers en maakt tegelijk zijn aantrekkelijkheid als werkgever futureproof.”
Bij die voorbereidingen dienen werkgevers te werken aan alle drie de pijlers van het bekende ‘bricks, bytes & behavior’-model. Zelf heeft IDEWE vooral rond de eerste en de laatste pijler erg veel expertise opgebouwd. ‘Bricks’ betreft de fysieke werkomgeving. “Aspecten zoals een goede health-safetyrating en strenge ventilatienormen zijn daarbij absolute minima”, vervolgt Godderis. “En wie een nieuwe werkplek gaat bouwen of renoveren, pakt dat best aan volgens de meest strikte en moderne gezondheids- en welzijnsnormen. De recent ontwikkelde WELL Building Standard is daar een voorbeeld van, we begeleiden momenteel al een aantal klanten om zo’n WELL-certificaat te behalen. Op het vlak van behavior zijn er ook tal van evoluties waar je best bij stil staat: moet je bijvoorbeeld niet beginnen te denken in termen van flexibel taakgericht plannen in plaats van op de ouderwetse manier werkuren te tellen? En hoe gaan we ervoor zorgen dat de tijd die we nog op kantoor spenderen, maximaal tot co-creatie leidt? Een algemene trend die zich nu al aftekent, is dat de werkplek een heel andere invulling en inrichting gaat krijgen. Zo evolueren we weg van de landschapskantoren richting ‘energy & meeting spaces’. En doorheen dat alles hebben ook de ‘bytes’ – de technologie dus – hun rol te spelen.”