Terug Tips voor een veilige opstart van sanitaire installaties
Tips voor een veilige opstart van sanitaire installaties
Expert Jan Van Bouwel
Disciplineverantwoordelijke Arbeidshygiëne
Na de vakantieperiode is het gevaar op legionellabesmetting groter
Scholen die in hun leslokalen, sportcomplexen of internaten beschikken over een sanitaire installatie moeten bij de heropstart in september maatregelen treffen om legionellabesmetting te voorkomen.
Contacteer onze experts voor ondersteuning
Legionella is een bacterie die in (drink-)watersystemen voorkomt. De kiem groeit als de temperatuur van het water voldoende lang tussen de 20 en de 50 graden Celcius schommelde. Een besmetting met legionellakiemen kan de aanleiding zijn voor legionellose en wordt veroorzaakt door het inademen van kleine besmette druppeltjes die bijvoorbeeld vrijkomen tijdens het douchen. Onder de 20°C vermenigvuldigt de kiem zich niet, boven de 55°C sterft ze af. Stilstaand water, verouderde leidingen met de afzetting van kalk en biofilm zijn de ideale omgeving om de bacteriën te doen groeien.
De koudwaterleidingen spoelen
Om koudwaterleidingen opnieuw in gebruik te nemen, draai je de kranen eerst volledig open. Spoel tot een stabiele watertemperatuur bereikt wordt. Draai eerst de kranen open die het verst van de aansluiting van de installatie op het drinkwaternet gelegen zijn.
Sanitair warmwaterleidingen spoelen
Vóór ingebruikname van de sanitair warm water (SWW)-productie moet het water in de volledige boiler gedurende minstens één uur op 65°C gebracht worden. Als een warm water circulatie aanwezig is, moet ook 65°C bereikt worden in circulatiekringen. Spoel vervolgens alle tappunten door ze gedurende minstens 3 minuten te openen (een beperkt debiet volstaat).
Maak de installatie na het spoelen opnieuw klaar voor normaal gebruik, door de SWW-productietemperatuur te verlagen naar de gebruikelijke temperatuur. Zorg ervoor dat die minstens 60°C bedraagt.
Is het legionellabeheersplan nog up-to-date?
Scholen, internaten, zwembaden en sportcomplexen moeten, net zoals andere gebouwen waar het publiek kan blootgesteld worden aan aerosol, een legionella-beheersplan klaar hebben.
Een legionellabeheersplan bestaat uit een risicoanalyse en een beheersprogramma. De risicoanalyse brengt de mogelijke risicopunten in kaart waar legionella kan groeien of verspreiden. Het beheersprogramma beschrijft de maatregelen die genomen worden om het risico te verminderen of te elimineren. Dit kan gaan over:
- Structurele aanpassingen, zoals dode leidingen verwijderen of koudwaterleidingen isoleren
- Meetprogramma’s, zoals de temperatuur regelmatig controleren of waterstalen nemen
- Preventieve maatregelen, zoals de leidingen spoelen, desinfecteren of thermisch behandelen
- Acties bij een legionella-uitbraak, zoals de besmetting melden, onderzoeken en behandelen
Het beheersplan moet minstens om de 5 jaar herzien worden. Ook bij iedere wijziging van de watervoorziening of wijzigingen in de omgevingsfactoren die een invloed kunnen hebben op het risico, moet het beheersplan geëvalueerd en eventueel bijgestuurd worden.
De experts van Groep IDEWE kunnen je ondersteunen bij de opmaak van een legionellabeheersplan: van inventaris en risicoanalyse tot het bepalen van accurate preventieve maatregelen.
Gerelateerde nieuwsberichten
Blijf altijd op de hoogte: schrijf je in op de IDEWE-nieuwsbrief
Met duiding van autonome experts, én in heldere taal!
Blijf mee met alle ontwikkelingen in welzijn & preventie
Ontvang als eerste updates rond wetswijzigingen