Zorg dat u goed zit in uw tractor

Met volgende tips kan u de bestuurderscabine zodanig inrichten dat uw lichaam het minst nadelige invloed ondervindt van stilzitten, trillingen en schokken.

Stel de hoogte van uw zetel eerst grof in zodat uw beide voeten comfortabel op de cabinevloer steunen en er voldoende ruimte overblijft tussen uw hoofd en het dak (minstens een vuistdikte).

Ga goed tegen de rugleuning zitten en controleer vervolgens de vrije ruimte tussen de voorkant van de zitting en de achterkant van uw onderbeen. Hier zouden ongeveer 3 à 4 vingers moeten kunnen tussen passen.    

De hoek tussen de rugleuning in het zitvlak bevindt zich best tussen 95° en 115°. Indien u lange tijd in de tractor zit, doet u er goed aan om deze hoek regelmatig lichtjes te variëren.   

Stel de zitting zo in dat uw bovenbenen ongeveer horizontaal staan. Hiervoor zal u de zitting iets naar achter moeten kantelen (ong. 5°).

Zorg ervoor dat de lendensteun een lichte, gelijkmatige steun geeft in uw lage rug. De zijdelingse steunen moet je duidelijk voelen in je flanken, zodat ze uw romp voldoende stabiliseren.    

Om uw zithoogte en stoelpositie precies in te stellen, controleert u de positie van uw voeten. Zorg ervoor dat ze comfortabel op de vloer kunnen steunen en eenvoudig en accuraat de pedalen kunnen bedienen. Wanneer u het pedaal volledig hebt ingedrukt, zit uw knie best in een hoek tussen 95° en 120°.

De zetelvering moet aangepast worden aan uw lichaamsgewicht. Bij een correcte instelling zal de stoel bij impact niet ‘doorslaan’ of ‘natrillen’, maar worden de herhaalde schokken effectief geabsorbeerd.

Stel de diepte van het stuur zo in dat uw linkerhand, ook op zijn verste punt, ontspannen kan rusten op de stuurknop, zonder dat u de arm daarbij volledig moet strekken. Let er bij de instelling ook op dat uw polsen steeds onder schouderhoogte blijven maar er toch nog ongeveer een vuistdikte vrije ruimte blijft tussen stuur en bovenbenen.

Positioneer de armsteunen zodanig dat ze zich op ellebooghoogte ongeveer onder uw schouder bevinden. Hierdoor vindt uw onderarm comfortabel steun en blijft uw schouder in een ontspannen positie.

• Vermijd dat u scheef zit door bijvoorbeeld een portefeuille in uw achterzak te laten zitten.
• Pas uw rijsnelheid en rijstijl aan de terreinomstandigheden aan, om overmatige trillingen en schokken te vermijden.
• Neem ook op drukke momenten regelmatig een pauze. Blijf dan niet in de tractor zitten, maar zorg voor wat beweging.
• Spring niet uit de cabine of van de treden. Verlaat de cabine steeds met uw aangezicht naar de tractor en gebruik alle treden. Zorg dat u met beide handen steeds een handvat vasthebt.